Ode aan de scheve mens, deel drie

Penetrant. Afasie. Allotria. Dat zijn van die woorden die je enkel ten monde neemt tijdens de losbandige tiendaagse die elk jaar door Gent raast. Pas dan zijn de geuren zo sterk dat ze penetrant worden, het spraakgebrek zo aanwezig dat afasie niet meer uit te spreken valt en elke daad zo dwaas dat ze er maar het maskerende allotria op plakken.

Dames en heren, ook dit jaar was de lokroep van het verderf luid en sterk. Ook dit jaar trok dat ene specimen mij richting tijdelijke habitat gebouwd uit straten, muziek en bier. Ook dit jaar een ode aan de scheve mens.

Krasse uitspraken. Daar haal ik de pen en het oor voor boven. Jonge dametjes die in diep filosofische gesprekken verwikkeld raken. Over hoe merkwaardig het is dat Irish coffee ook in Ierland een Irish coffee heet. Maar een pain Francais in Frankrijk dan weer geen stokbrood oplevert. Of het heertje met de pitta in de hand dat vond dat alle Turken maar eens moesten oprotten.

En ook in het verleidingsspel haalt de scheve mens zijn beste kunnen boven. Een dubbeltongige West-Vlaming die “je ziet e keuntje” naar een Hollandse wierp, die spontaan een vertaling vroeg aan een Limburgse bijstaander. “Volgens mij noemt hij je een konijntje.” Waarop de Hollandse dolenthousiast de handen op het hoofd zette en oorgewijs begon te flapperen. Liefde kan simpel zijn.

Maar wat zijn holle woorden? De enige echte scheve mens die een ode verdient, is deze die de daad bij het woord voegt. De jolige kerel die een frietje piekte bij een wildvreemde, het in de koffie dipte van een ander en vervolgens triomfantelijk verorberde. Dat type. Of de mens die hoog op een verkeersbord kroop en “land in zicht” riep, luid toegejuicht door zijn medematrozen van het zwalpend schip.

Of de muurleunende dame die de volle vijf minuten op het einde van een lolly zoog. De verkeerde kant weliswaar. Ook het enige moment dat ik alle wetenschapsethiek verloor en interfereerde in de biotoop. “Jongedame, je hebt je lolly achterstevoren.” Waarop ze glimlachte, het ding omdraaide en met papier en al in de mond stak. Creatievelingen ook. Wat dacht je van het tienermeisje dat haar panty tot net boven de knie afscheurde en zo ook meteen de boxershort panty uitvond? “Zou de Primark dat verkopen?” vroeg ze hoopvol.

Ach, genoeg beta-scheven. Tijd voor de alpha’s. De gekken en halvegaren. Zij die het delirium ten volle op de mond gepakt hebben. Die leven in de eigen waan. De man die dacht dat de richel van het historisch gebouw een openbaar toilet was. En daarmee bedoel ik geen piscine. Broek half gezakt en sch… zitten maar. Penetrant, weet u nog. Al een geluk dat het Baudelo-park dit jaar beschermd werd door een rasechte dakloze viking. Als ware poortwachter vroeg hij een sigaret of pintje voor je zijn zelfverklaard koninkrijk binnen mocht. Koning Baudelijn ware een goeie naam voor hem maar hij verkoos Generaal Bastos. Ook na lang discussiëren. De speekselvlekken op mijn jas bewezen zijn enthousiasme.

De ultieme lofzang gaat dit jaar naar Maarten. Hij zag er toch uit als een Maarten. Korte broek, lichte krullen, vuil aan het gezicht. En straalbezopen. Vooral dat. Zag je aan zijn haperende bewegingen en halfgesloten ogen. Maar misschien nog het meest aan het feit dat Maarten klaar stond voor de deuren van de Delhaize, wachtend op de opening. Met een grote vuilbak op wielen voor zich uit, handen mooi op het handvat als ware het een winkelkar. Zijn verbazing was groot toen de winkelier hem erop wees. Maarten had nochtans een stuk van een euro gebruikt!

Haaa scheve mens, je hebt het weer bont gemaakt. Merci. Echt. Nooit nog zal een vuilbak, lolly of verkeersbord hetzelfde zijn.

 

1 Comments

Plaats een reactie