Sometimes in life you’ve got to be lomography

Lomografie. Dat ding voor hippe mensen met snorren, naaktfietsen en supermanbrillen. Zo dacht ik er over voor ik een heuse lomography-winkel binnenstapte in Milaan. Toen ik buitenkwam dacht ik: ding voor hippe mensen met snorren, naaktfietsen, supermanbrillen, een brok nostalgie en een dikke portefeuille. Maar ik snap er de charme wel van.

Voor ik mijn pleidooi verder zet misschien even kort schetsen wat het nu juist is. Begin jaren negentig herontdekten enkele Oostenrijkers de Lomo LC-A, een analoog fototoestel uit het verre Rusland. Ze waren meteen gecharmeerd door de kleurrijke, wat wazige afbeeldingen. Een bedrijfje werd opgericht en snel succesvol. Er kwamen verschillende types camera op de markt, inclusief allerhande accessoires en film.

Lomografen gaan graag uit van het spontane snapshot-principe, waarbij het alledaagse fotograferen centraal staat. De tien gouden regels zijn:

1. Neem je camera overal mee naartoe, zelfs onder water, op de skipiste of naar het toilet.
2. Gebruik het op elk moment van de dag.
3. Lomografie is geen obstakel, maar een deel van je leven. Zie het in de categorie eten, slapen, drinken, seks.
4. Probeer het heup-shot, een foto trekken zonder door de zoeker te kijken. Experimenteer met hoogtes etc.
5. Probeer de onderwerpen van je lomografie zo dicht mogelijk te benaderen, fysiek en emotioneel.
6. Denk niet te veel na.
7. Wees snel.
8. Je hoeft niet op voorhand te weten wat er op je film staat.
9. Ook achteraf niet.
10. Maak je geen zorgen om regels. 

Lomografie kan dus als een stijl binnen de fotografie gezien worden. Het spontane, kleurrijke en experimentele spreekt me wel aan. Maar al die dingen deed ik ook al voor ik ook maar iets afwist van lomografie, laat staan één of ander object uit de Lomography-catalogus had. Het principe is mooi, de commerce erachter iets minder. Lomografie kan zonder Lomography.

Diep verscholen in de schatkist op mijn kamer steken wat leica’s en andere voorhistorische toestellen, die ik geregeld nog eens ter hande neem . Dus ik ben zeker en vast een fan van analoog. Maar niet om de redenen die lomography aanhaalt. Spontaan en experimenteel fotograferen kan je met gelijk welk toestel, digitaal of analoog, en speciale effecten kan je evenezeer bekomen met goedkopere film, licht, filters op de flits, photoshop enz. De echte kracht van analoog fotograferen zit in de donkere kamer. Spelen met chemicaliën, licht, duwen, krabben, enz. Ook daarom dat ik zo hou van digitale nabewerking.

Lomografie is een leuk iets en momenteel is het bijzonder in om met een felgekleurd toestel wat snapshots te nemen. Maar meer dan een hype zal het niet worden. De technieken die gepromoot worden, zijn al bekend bij de gepassioneerde (amateur)fotografen. Veel nieuwe zoden aan de dijk brengt het niet. Buiten een strak uitgekiend marketingplan dan. Ik sluit dan ook graag af met de tip: koop een fototoestel dat aan je noden voldoet, waar je geen boterham voor hoeft te laten en laat je daarbij niet te veel leiden door reclameboodschappen en hypes. Fotograferen doe je niet om hip te zijn.   

1 Comments

  1. Overal meenemen is geen strak plan, zeker niet op dronken feestjes. Geen idee hoeveel zwarte, doorgespoelde foto’s op mijn volgende rolletje zullen staan. 🙂

Plaats een reactie